1. In het geval van softwareversie 10:
Keuzeschakelaar 3 moet op stand 9 staan.
2. Controleer de ingang sensor (DI13).
3. Controleer de rooster veiligheidssensor (DI15).
4. Controleer de motorreductoren.
Zie ook hoofdstuk 13: Het foutentabel in de technische documentatie dat is geleverd bij het systeem.